Welke groente vond jij als kind niet lekker?

Ik weet het nog goed, ik lustte geen spruitjes. Spruitjes vind ik nog steeds niet lekker. We aten ze ook niet veel omdat mijn moeder ze ook niet graag at. Ik heb dus nooit spruitjes leren eten. Mijn moeder was hierin mijn voorbeeld, zij lustte ze niet, maakte ze nooit klaar en ik heb nooit spruitjes leren eten. Is dat erg? Nee, ik kreeg voldoende andere groentes binnen. Je hoeft niet alles te lekker te vinden.

Toch is het wel belangrijk dat kinderen (en volwassenen) genoeg groenten binnen krijgen. Misschien is het voor velen vanzelfsprekend dat je ’s avonds bij de warme maaltijd groente eet. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is ongeveer 200 gram groente per dag. Dat betekent dat je een aantal volle opscheplepels groente op je bord krijgt.

Stel je eens voor dat je een kind bent. Je bent de hele dag druk geweest, je ben naar school geweest en je hebt gespeeld. Aan het einde van de dag moet je aan tafel komen en daar staat hij dan, een bord vol boontjes. Het is een enorme berg. Je bent een beetje moe en moet er niet aan denken om dat hele bord leeg te eten. Je vindt boontjes al niet echt lekker en nu ligt dat hele bord vol. Je ziet het niet zitten om dat allemaal op te eten.

Grote kans dat een kind er helemaal niet aan wil beginnen.

Als er maar één schep boontjes op het bord ligt is het veel gemakkelijker voor een kind om dat op te eten dan als er een bord vol ligt.

Als je gedurende de hele dag groente aanbiedt, hoeft er ‘s avonds veel minder groente gegeten worden om aan de aanbevolen hoeveelheid te komen. Als ouder kan je hierin het goede voorbeeld geven door regelmatig groente en fruit als tussendoortje te eten, je kind ziet jou als voorbeeld en zal dit (hopelijk) volgen. Zorg voor voldoende gezonde tussendoortjes in huis.